In Hillbrow, een van de gevaarlijkste wijken van Johannesburg, geeft John Sibeko op een Cruyff Court dagelijks voetbaltraining aan zo'n 250 kinderen, in een poging ze een toekomst te bieden, ver weg van drugs en criminaliteit.
Tekst Martijn Faber en Tom van Hulsen gepubliceerd in Trouw.
Hillbrow is een van de gevaarlijkste wijken van Johannesburg, met torenhoge criminaliteitscijfers. Er wonen voornamelijk zwarte Afrikanen uit andere landen dan Zuid-Afrika, die naar Johannesburg zijn getrokken in de hoop op een beter leven- over het algemeen tevergeefs. De armoede is enorm, mede door de grote werkloosheid onder de bevolking, en het drugsgebruik is hoog. De gemeente lijkt de moed te hebben opgegeven dat er nog iets van de wijk gemaakt kan worden; vuil op straat blijft wekenlang liggen, iets waar we direct mee worden geconfronteerd als we Hillbrow binnenrijden.
Onze bestemming is een Cruyff Court, een voetbalveldje midden in de wijk. Ter gelegenheid van het WK van 2010 in Zuid-Afrika, waar Oranje uiteindelijke verliezend finalist was, werd het veld ten bate van de Jeugd in Hillbrow aangelegd, met hulp van de Johan Cruyff Foundation, de Nederlandse ambassade in in Zuid-Afrika en vooral de KNVB. De aanleg werd bekostigd door de voetbalbond én door de spelers van Oranje zelf.

Oud-profvoetballer John Sibeko (60) is een bekend figuur in de wijk. Als verdediger van de Witbank Black Aces vergaarde hij vanwege zijn brede gestalte en onverzettelijkheid de bijnaam ‘Bull’. Zijn postuur en uitstraling komen hem tegenwoordig ook van pas. Sibeko is welzijnscoördinator en voetbalcoach met een missie: de jeugd in het onveilige Hillbrow weghouden van de verleidingen van de straat.
Hij geeft op alle doordeweekse dagen training aan zo’n 250 kinderen uit de wijk, verdeeld over leeftijdsgroepen tussen de vijf en zestien jaar oud. “Het zijn vooral jongens”, vertelt Sibeko in zijn kantoor langs de rand van het Cruyff Court. “Helaas, moet ik zeggen... Er komen wel wat meisjes, maar die wonen direct naast het veld. Als ze ook maar iets verder weg wonen, vinden ze het te gevaarlijk om naar het veldje te lopen, bang om overvallen of zelfs verkracht te worden. ”Hillbrow heeft niet altijd bekend gestaan als onveilig.
Nog niet eens zo heel lang geleden was het een rijke wijk met florerende bedrijven, gezeteld in hoge kantoorgebouwen. Maar ook een wijk waar de Apartheid hoogtij vierde: in de jaren zeventig van de vorige eeuw nog werd Hillbrow gedefinieerd als een Whites Only-area; zwarte mensen mochten er niet komen, laat staan wonen. Nadat in de jaren negentig onder leiding van Nelson Mandela de Apartheid was afgeschaft, werd Hillbrow langzaam maar zeker juist een zwarte wijk. Het ideaal van Mandela, een rainbow nation waarin iedereen gelijk is, bleek minder makkelijk te realiseren dan gehoopt.
Met de komst van veel buitenlanders zonder werk en Zuid-Afrikanen uit de townships nam de armoede toe, en daarmee ook de criminaliteit. “Vrijwel alle hoge kantorenflats kwamen daardoor leeg te staan”, vertelt Sibeko, wijzend op de gebouwen die direct rond het Cruyff Court staan. “De wijk raakte in verval en veel van die flats zijn nu hijacked buildings; door criminele bendes gekaapte gebouwen.” Wanhopige mensen en gezinnen die een slaapplaats zoeken, worden er afgeperst door de bendes; in ruil voor geld of criminele activiteiten krijgen ze onderdak. Het grootste deel van de wijk is een no-goarea, vooral als het donker is.

Sibeko weet waar hij over praat. Als coach zou hij de kinderen tegen al het gevaar van de straat willen beschermen, maar zodra ze de sportaccommodatie verlaten is hij de controle kwijt. Regelmatig wordt hij geconfronteerd met schokkende verhalen. “Een jaar of wat geleden kwam een jongen van twaalf mijn kantoor binnenlopen. Hij vroeg of hij de deur dicht mocht doen, en toen wist ik al: er is iets mis. Hij werd heel emotioneel en langzaam begon hij te vertellen. Hij trok zijn broek uit en ik zag dat hij was toegetakeld: op weg naar de training was hij seksueel misbruikt en dit bleek al meerdere keren te zijn gebeurd... Ik was blij dat hij het mij durfde te vertellen, en hij zei ook wie het gedaan had.
“Ik heb die man vervolgens aangegeven bij de politie. Hij werd opgepakt, maar even later was hij alweer op vrije voeten. In de weken daarna werd ik ernstig bedreigd door hem en zijn vrienden. Dat was een zware en angstige tijd. Ik heb het destijds niet aan mijn familie durven vertellen, omdat ik bang was dat ze dan wilden dat ik zou stoppen met mijn werk. Inmiddels is alles gelukkig achter de rug.
“Met die jongen gaat het overigens best goed. Twee jaar na het incident werd er opeens op mijn deur geklopt en daar stond hij. Hij was enorm gegroeid, maar ik herkende hem meteen. Het was een heel emotioneel moment, voor ons allebei. Hij is nu een vrijpopulaire diskjockey, dus hij heeft zich goed ontwikkeld. Dat maakt me heel trots.” Het voorval maakt hem eens te meer duidelijk dat hij voor de kinderen uit de buurt meer is dan alleen een coach. “Als ik aan het werk ben, ben ik hun vader. Zo voel ik dat ook echt. In die rol is het heel belangrijk dat ik benaderbaar ben. Ik kijk ook altijd naar het gedrag van kinderen. Die jongen over wie ik het net had, vertelde me eerder al eens dat hij in een hijacked building woonde, bij zijn tante, omdat zijn ouders waren overleden. Dat is voor mij belangrijke informatie; bij hen is het nóg belangrijker dat ik hun vertrouwen wek, zodat ze weten dat ze altijd bij me terechtkunnen.

Verantwoordelijkheidsgevoel
“Slechts zo’n 30 procent van het werk dat ik doe, bestaat uit het geven van voetbaltraining. Voor de overige 70 procent probeer ik de kinderen levenslessen mee te geven, levensvaardigheden. Blijf weg van drugs, blijf weg van alcohol; het kan je leven kapotmaken. Ga een opleiding volgen, die je verder kan brengen. En heb respect voor anderen, help anderen waar nodig en denk er áltijd aan dat iedereen gelijk is: we are equal.”
Omkijken naar anderen; het is onlosmakelijk verbonden met de Zuid-Afrikaanse zwarte gemeenschap, zegt Sibeko. Daar ligt de kiem van zijn verantwoordelijkheidsgevoel. Dat werd hem ingeprent door zijn ouders, die de Apartheid nog heel bewust hadden meegemaakt. “Die tijd maakte heel duidelijk dat we elkaar nodig hebben om te overleven. Ik ben opgegroeid in Vosloorus en kom uit een gezin van acht kinderen. Mijn ouders hebben ons veel levenslessen maar vooral liefde meegegeven. Niet alleen liefde voor elkaar als familie, maar ook voor anderen. Het is een belangrijk onderdeel van de Zuid-Afrikaanse ubuntu-filosofie: I am, because you are. We kunnen niet zonderelkaar. Als je honger hebt en er is thuis geen eten voor je, dan ga je bij de buren kijken.
“Wij hebben een cultuur van delen. Als ik vroeger thuis van mijn vader een bal cadeau kreeg om te voetballen, zei hij erbij: ‘Hij is niet alleen voor jou, hij is voor de hele straat’. Het mooie van voetbal vind ik dat dat ‘delen’, iets met elkaar doen, specifiek daarin terugkomt. Hoe goed je ook bent, je kunt nooit in je eentje winnen; je zult het altijd met elkaar als team moeten doen.”

De 14 regels van Cruyff
Die aanpak is ook onderdeel van de filosofie van de Johan Cruyff Foundation. Langs het voetbalveldje in Hillbrow hangen op een groot bord de ‘14 regels van Johan Cruyff’, met als regel 1: ‘Alleen kun je niets, je moet het samen doen’. Sibeko: “Ja, mooi hè. We hebben overeenkomsten in onze denkwijze. Zowel in het leven als in het voetbal.”
Sibeko werd kort na het WK van 2010 als community wellness coach aangesteld op het Cruyff Court, dat sindsdien door vele prominenten uit de Nederlandse voetbalwereld werd bezocht. Sibeko ontmoette er Johan Cruijff zelf, maar ook onder anderen Ruud Gullit, Frank Rijkaard en Ronald Koeman. Hij wordt deels betaald door de KNVB. “Ik ben de Johan Cruyff Foundation, de spelers van het Nederlands elftal en de KNVB heel dankbaar dat ze dit hebben willen doen”, zegt hij. “En ik hoop dat we dit werk nog lang kunnen voortzetten. Het is zó belangrijk dat de jeugd hier gestimuleerd wordt om iets van het leven te maken. Het is niet overal in Zuid-Afrika zoals in Hillbrow, maar de verleidingen van de straat blijven groot.”
